Interactieve sporten: Contact - en verdedeging
MC 2.1 De leerlingen voelen lichaamsdelen en lichaamsbegrenzingen
aan en gaan er gepast mee om:
- belangrijke lichaamsdelen (hoofd, buik, rug,
handen, voeten) aanvoelen, aanduiden en
benoemen en er verschillende bewegingen
mee uitvoeren (tikken, wrijven, duwen,
vastnemen);
- de benoemde lichaamsdelen in contact
brengen met de grond, met materialen en met
medeleerlingen en daarbij kunnen verwoorden
hoe de meer gedifferentieerde delen (bv. kin,
borst, schouder) in verhouding staan tot elkaar.
Stoeispelen
MC 6.20 De leerlingen brengen iemand anders uit
evenwicht door te trekken en te duwen en
proberen ondertussen zelf in evenwicht te
blijven.
Trekken en duwen
MC 6.46 De leerlingen verplaatsen materiaal of medeleerlingen
op een veilige manier via trekken
en duwen.